Onder overhead wordt verstaan het geheel aan functies gericht op sturing en ondersteuning van medewerkers in het primaire proces. Denk daarbij aan leidinggevenden in het primaire proces, communicatie, juridische zaken, facilitaire zaken, huisvesting en financiën.
Het uitgangspunt is dat kosten zo veel mogelijk direct worden toegerekend aan de activiteiten waarvoor ze gemaakt zijn. In de huidige programmastructuur zijn de kosten voor overhead nog verweven in programma 1 Dienstverlening & Bestuur en daarmee onderdeel van de financiële toelichting in programma 1. In onderstaande tabel worden de grote afwijkingen in de overhead toegelicht.
Bedragen x € 1.000
Toelichting:
- Informatievoorziening en automatisering: minder uitgaven in verband met minder afschrijving kapitaallasten (€ 80.000) en een investering Harmonisatie applicatielandschap (€ 30.000) die doorschuift naar 2024;
- Salariskosten: lagere dotatie van in de voorziening spaarverlof voorziening (€ 125.000); minder uitgaven incidentele salariskosten (€ 80.000); op basis van een actuariële berekening moet de voorziening van één oud wethouder worden bijgesteld (€ 104.000) en organisatie ontwikkeling nog niet volledig afgerond in 2023 (37.000);
- Overige personeelskosten: de overschrijding betreft de inhuur van personeel binnen vacatureruimte (€ 1.422.000). Dit wordt gedekt vanuit de vacatureruimte in de salariskosten.
- Juridische zaken: de kosten voor de externe inkoopadviseur zijn in 2023 niet verdeeld over de projecten, maar centraal geboekt (€ 80.000) en toename verzekeringskosten (€ 20.000) en hogere kosten uitvoering audit privacy;
- Personeel, bestuur en communicatie: dit betreft doorbelasting inzet uren vanuit de ambtelijke organisatie t.b.v. de Oekraïne (€ 320.000).